2. elektrificeren

Een snelle manier om van het aardgas af te gaan is door elektriciteit te gebruiken in plaats van aardgas. Met een allelectric oplossing zoals warmtepomp of infraroodpanelen en eigen opwek met zonnepanelen kun je huizen vaak energieneutraal maken zonder hogere maandlasten voor de bewoners. Oók zonder vloerverwarming of extreme isolatiemaatregelen.

Wat betekent all-electric?

All-electric betekent vaak:

  • verwarming en warm water met behulp van een warmtepomp, of een
    combinatie van een elektrische boiler en infraroodpanelen.
  • elektrisch koken (een inductiekookplaat is het meest energiezuinig);

Als er voldoende zonnepanelen op je dak passen (20 tot 22), kunnen de meeste huizen op jaarbasis zelfs alle benodigde elektriciteit zelf opwekken en energieneutraal worden. Er bestaan verschillende soorten warmtepompen en deze kun je met allerlei andere oplossingen combineren. De meest geschikte oplossing hangt af van je huis, gedrag en budget. Toch gaan we proberen je door de bomen het bos te laten zien.

Overige oplossingen

Bij de veelgestelde vragen vind je meer informatie
over warmtenetten en andere oplossingen.

Voordat we alle typen warmtepompen kort uitleggen eerst een overzicht:

Vergelijking warmtepompen en andere oplossingen

In deze tabel staan de all-electric oplossingen waar je verwarming en warm water op aardgas door kunt vervangen. Voor het koken stap je over op inductie. Om energieneutraal te worden (evenveel energie zelf opwekken als je zelf verbruikt) heb je ook voldoende zonnepanelen nodig.

SPF = Seasonal Performance Factor
Voor de technisch geïnteresseerden: meestal spreken we in projecten over de SPF-waarde. De SPF (Seasonal Performance Factor) houdt rekening met alle energie die nodig is om een systeem te laten functioneren, zoals een extra pomp, kleppen en regelingen. De SPF is een gemiddelde over een heel jaar. De waarden die we hierna noemen, zoals SPF 4,0 voor een water-water warmtepomp en SPF 3,2 voor een lucht-water warmtepomp, zijn typische SPF waarden die je ziet in de praktijk.

wanneer zet je welke oplossing in?

In deze tabel staan de all-electric oplossingen waar je verwarming en warm water op aardgas door kunt vervangen. Voor het koken stap je over op inductie. Om energieneutraal te worden (evenveel energie zelf opwekken als je zelf verbruikt) heb je ook voldoende zonnepanelen nodig.

Type warmtepomp (wp)Rendement op primaire brandstof*Kosten verwarming plus warm water douche etc. geïnstalleerdVoordelenNadelen
Lucht-water warmtepomp
(SPF 3,2)
150-160%
  • € 16.000

  • € 7.500 voor 5 convectoren

Betaalbaarder voor grondgebonden huizenBuiten-unit die soms geluid maakt (<40 dB op erfgrens)
Water-water warmtepomp
Bodem
(SPF 4)
200%
  • € 40.000-50.000 voor de hele installatie

  • € 7.500 voor 5 convectoren

  • Geen buiten-unit

  • Geen geluid buiten

  • Efficiënt

  • Goede koeling

  • Relatief duur

  • Grondboring kan en mag niet overal

Water-water warmtepomp
TEO
(SPF 4)
200%
  • € 40.000-50.000 voor de hele installatie

  • € 7.500 voor 5 convectoren

  • Geen buiten-unit

  • Geen geluid buiten

  • Relatief duur

  • Leidingen van gracht-, sloot- of rivierwater naar huizen

Water-water warmtepomp
PVT
(SPF 4,5)
225%
  • € 40.000-50.000 voor de hele installatie

  • € 7.500 voor 5 convectoren

  • Hoog rendement

  • Geen geluid buiten

Relatief duur
Lucht-lucht warmtepomp
(SPF 4)
200%
  • € 8.000 incl. 3 binnendelen

  • € 1.200 voor elektrische boiler

  • Relatief goedkoop

  • Geschikt voor o.a. kleine flats

  • Kan ook koelen

  • Minder geschikt voor grondgebonden huizen

  • Luchtstromen in de ruimtes

Hybride warmtepomp110-120%€ 5.000-7.000
  • Goedkoop

  • Geen boiler of andere radiatoren

  • Verbruikt gas bij kou (onder de 5 graden); fijn voor netwerkbedrijf

  • 50%-60% nog steeds aardgas (= CO₂-uitstoot)

  • Energierekening blijft vrij hoog

Propaan warmtepomp
(SPF 2,5)
125%€ 12.000
  • Geen andere radiatoren nodig
  • Monoblock: geen F-gas certificering nodig
  • Minder efficiënt

Infraroodpanelen
(SPF 2)
100%€ 7.000 voor infraroodpanelen plus elektrische boiler
  • Zeer geschikt voor appartementen

  • Snel en betaalbaar te realiseren

Minder geschikt voor grotere woningen: verbruikt dan veel stroom

Snel naar

2.1 verwarm­en van je woning

Kennis­maken met de warmte­pomp

Warmtepompen zijn enorm efficiënte apparaten, omdat ze met 1 energieeenheid IN wel 2 tot 4 energie-eenheden UIT kunnen leveren. Die factor noemen we de COP (Coefficient of Performance). Hoe hoger de COP, hoe efficiënter.

Het gebruik van een warmtepomp is dus vanuit het hele energiesysteem gezien gunstig, omdat er minder energie nodig is wanneer huizen warmtepompen gebruiken dan wanneer huizen gas gebruiken. Hier moet je zeker ook kijken naar het gebruik van primaire energie in de
elektriciteitscentrale (zoals aardgas). Als je dat meerekent, is het gemiddelde
rendement van een warmtepomp circa 150 tot 200% en dat van een
moderne HR-cv-ketel circa 90%. Als je van het aardgas af wilt, is een
warmtepomp dus een goede optie.

Indien de keuze zich voordoet, kies dan voor een
warmtepomp met een natuurlijk koudemiddel,
zoals propaan (R290), CO₂(R744) of ammoniak
(R717). Deze hebben bij eventueel vrijkomen van
het koudemiddel veel minder broeikaseffect dan de
synthetische koudemiddelen (R32 3n R410A).

Welke soorten warmtepompen zijn er?

Welke warmtepomp moet je kiezen? We maken onderscheid tussen drie
hoofdsoorten warmtepompen.

1. Lucht-water warmtepomp

2. Water-water warmtepomp

die ook weer in 3 typen is onder te verdelen:

  1.  haalt warmte uit de bodem
  2. haalt warmte uit stromend water in de buurt (ook aquathermie/TEO)
  3. haalt warmte van het dak via PVT-panelen (panelen die warm water en elektriciteit leveren)

3. Lucht-lucht warmtepomp

Warmtepomp: vaak andere radiatoren nodig

De lucht-water warmtepompen (1) en alle vormen van water-water
warmtepompen (2) produceren lage temperatuur warmte (LT) voor de verwarming van het huis. Als je die lagere temperatuur door je gangbare radiatoren laat lopen, krijg je je huis meestal niet warm genoeg.


Dus:

  • Vervang (een aantal) oude radiatoren door nieuwe speciale radiatoren (lagetemperatuur ventilatorconvectoren genoemd). Ventilatorconvectoren verspreiden de lagere temperaturen beter door de ruimte, die daardoor toch lekker warm wordt.
ventilatorconvector
  • Of neem vloerverwarming (vloerverwarming is dus niet noodzakelijk!).
1. Lucht-water warmte­pomp

Als er tegenwoordig gesproken wordt over warmtepompen in de
gebouwde omgeving, dan gaat het vaak over de zogenoemde lucht-water warmtepomp. Voor rijtjeshuizen, twee-onder-een kap en vrijstaande huizen is dit vaak de optie met de beste prijs-opbrengst verhouding. Je energiekosten gaan iets omlaag.

Hoe werkt een waterpomp?

De warmtepomp zuigt lucht aan via een buitenunit in de tuin of op het dak of het balkon. Er is ook een binnen-unit plus een boilervat voor douchewater in huis. Bij de meeste huizen komt de binnen-unit met boilervat op de plaats van de oude cv-ketel, in de bijkeuken of op zolder.

De lucht-water warmtepomp maakt warm water voor de douche (in het boilervat) en warm water voor de verwarming. Dit verwarmingswater is minder warm dan water van een cv-ketel, namelijk 35-40 graden versus 60-80 graden bij een cv-ketel. Dat betekent dat deze lagere warmte op een andere manier voor voldoende warmte in de ruimte moet zorgen. Dit kan het makkelijkst door een aantal radiatoren te vervangen door convectoren met ingebouwde ventilatoren.
Ventilatorconvectoren zijn een soort moderne radiatoren die lagere temperaturen beter verspreiden, waardoor er een behaaglijke warmte ontstaat. Als je in de slaapkamers geen 20 graden nodig hebt, kun je rustig de oude radiatoren laten hangen. 

Voorbeelden van convectoren:

Warmtepompen werken ook goed met vloerverwarming. Heb je die nog niet en moet je die aanleggen, dan is dat vaak een grotere ingreep dan een paar radiatoren vervangen. Vloer- of wandverwarming zijn niet noodzakelijk. Met 3 tot 5 convectoren (gemiddeld 2 in de woonkamer, 1 in de keuken, en afhankelijk van verdere wensen eventueel ook nog een paar boven) in de plaats van radiatoren (en de rest laten hangen) krijg je huizen goed warm met lucht-water warmtepompen. Dat zijn relatief snelle en simpele veranderingen.

Buitenunit

Er zijn ook stille versies van warmtepompen op de markt. Die hebben vaak grotere afmetingen en zijn ook wat duurder. Er zijn ook mogelijkheden om in de zomer een paar graden te koelen. De warmtepompen mogen van de wetgever buiten overdag op de erfgrens niet meer dan 45 decibel geluid maken en ’s nachts (19:00-7:00 u) niet meer dan 40 decibel. Dit is ingegaan op 1 april 2021.

Het is goed om te weten dat warmtepompen vooral nodig zijn in de winter als er niemand buiten zit, en veel minder in de zomer, als ze alleen maar warm water hoeven te maken en dan doorgaans niet gebruikt worden voor de verwarming. Je kunt ook instellen dat warmtepompen ’s nachts stiller draaien dan overdag.

Kijk hieronder de video’s waarin Gertien vertelt over haar ervaringen met een lucht-water warmtepomp.

2.Water-water warmte­pomp

Klik op de beschrijving om meer te lezen over het type warmtepomp.

Deze warmtepomp maakt gebruik van ondiepe bodemwarmte. Een verticale bodemlus die tussen de 25 en 150 meter diep gaat, haalt warmte uit de bodem. Met een warmtepomp kun je hiermee de ruimte verwarmen en warm tapwater maken. Hoe langer de bodemlus, hoe meer warmte je uit de bodem haalt. Dat kan door één diepe lus te maken, of door meerdere ondiepe lussen. Het is vaak handiger om één boring van 120 meter diep te doen dan 4 van 30 meter diep, maar alles hangt af van de samenstelling van de bodem. Als er dieper dan 100 meter alleen maar klei of droog zand zit, heeft het weinig zin om dieper te boren.
De water-water warmtepomp met een verticale bodembron is een relatief dure installatie, omdat je 25 tot 150 meter de grond in moet. De boringen maken de installatie duurder dan de andere varianten van warmtepompen. Maar deze variant heeft wel een aantal voordelen:

  • er is geen buiten-unit, dus geen geluid buiten, en
  • in de zomer krijg je er (bijna) gratis (top)koeling bij.
  • de installatie is heel efficiënt (SPF 4,0).


Hoe groter het huis en hoe hoger de kosten voor aardgas voorheen waren, hoe geschikter deze oplossing is. Daarom zie je die vaker bij grotere vrijstaande woningen, landhuizen en boerderijen met bijgebouwen. De installatie kost zo’n € 25.000 tot € 35.000. Maar de aardgasrekening bij grote huizen loopt al gauw op van € 200 tot € 300 per maand (vóór de oorlog in Oekraïne), en dat is in 10 jaar ook al € 24.000 tot € 36.000. Dan is zo’n warmtepomp een goede investering als je geen geluid wilt horen.

Voor dit type warmtepomp geldt dat de bron waaruit warmte wordt onttrokken oppervlaktewater is, dus een sloot of kanaal vlakbij. Dat water moet wel stromen en minstens 1,5 meter diep zijn. Doordat er energie uit het water wordt gehaald, wordt het water kouder. Als het te ondiep en niet stromend zou zijn, zou het water rondom de warmtewisselaar op den duur bevriezen en gaat het rendement van de warmtepomp hard achteruit. Er moet een leiding met water vanuit de sloot, de gracht of het kanaal naar de woning worden getrokken. Hoe langer die is, hoe duurder het wordt. Dit is te organiseren per huis, maar ook voor een wijkje. Dan wordt het een warmtenetje. Een warmtepomp (met alleen een binnen-unit) werkt de lage-temperatuurwarmte van het water op naar warm water voor de ruimteverwarming en warm tapwater. De vraag is of dit voor woningen met energierekeningen van rond de € 150 per maand niet te duur wordt in vergelijking met de kosten van lucht-water warmtepompen. Het heeft ook meer voeten in aarde om warmte uit water te onttrekken. Denk bijvoorbeeld aan vergunningen. En hoe verder weg het water ligt, hoe duurder en hoe meer gedoe. Het voordeel: geen buiten-unit die geluid maakt.

De keuze tussen een water-water warmtepomp met bodemwarmte of met warmtecollectoren op het dak hangt af van meerdere factoren. Belangrijk is bijvoorbeeld het beschikbare dakoppervlak. Voor een bestaande tussenwoning met basisisolatie zoals dubbelglas en spouwmuur moet je denken aan zo’n 8 PVT-panelen met elk een oppervlak van 2 m², hetgeen in totaal dus uitkomt op 16 m² dakoppervlak dat nodig is. Bij een hoger verbruik ligt dat aantal hoger. Voor een bodemboring geldt dat het moet kunnen en mogen. Dit kun je nagaan via de WKO-bodemenergietool. Het hangt bijv. samen met bodemtype, de bodem zelf, bodemgesteldheid, gemeentebeleid etc.. Soms is er een vergunning nodig, om te voorkomen dat iedereen lukraak gaten in de bodem gaat boren. En heel praktisch: de boormachine moet in de tuin passen. Dat zijn allemaal factoren om in overweging te nemen.

3. Lucht-lucht warmte­pomp

Airconditioning

Een lucht-lucht warmtepomp is wat de meeste mensen een airconditioner zouden noemen. De meeste mensen kennen de airco, of airconditioning, als apparaat waarmee je kunt koelen. Maar met een moderne airco kun je ook je huis verwarmen. Let op: een mobiele airco is hiervoor niet geschikt. Maar een gewone split airco of monoblock airco kun je uitstekend inzetten als verwarming in de winter en hij is ook nog eens heel zuinig en relatief goedkoop in aanschaf. Dit type warmtepomp is wel het goedkoopst. De investering ligt zo rond de € 5.000. Wel ontstaat er soms luchtstroming in de ruimte, wat niet iedereen prettig vindt.

Lucht-lucht warmtepompen zijn het meest geschikt voor studio’s en flats met weinig verschillende ruimten of om alleen een zolderkamer te koelen en eventueel te verwarmen. Er komt een buiten-unit aan de muur of op het dak en daar kunnen maximaal 5 binnen-units aan gekoppeld worden die de ruimte verwarmen of koelen. Dit is een relatief goedkope oplossing en een heel efficiënt systeem.

Deze lucht-lucht warmtepomp zorgt alleen voor de verwarming en niet voor warm water. Er moet dus nog een aparte instant heater of elektrische boiler bij (zie verderop onder Verwarmen van water).

Voor de grotere zogenoemde grondgebonden woningen, zoals twee-onder-een-kap of vrijstaande huizen, zijn deze lucht-lucht warmtepompen meestal minder geschikt, omdat er twee sets nodig zijn plus een elektrische boiler. Dan kun je beter één lucht-water warmtepomp nemen voor alle verwarming en warm water.

Hieronder vertelt Ronald over zijn ervaringen met een lucht-lucht warmtepomp.

Naast de drie hoofdtypen warmtepompen lichten we nog twee soorten warmtepompen toe: de hybride warmtepomp en de CO₂-warmtepomp.
 

4.Hybride warmte­pomp

Een hybride warmtepomp is een lucht-water warmtepomp met een relatief laag vermogen, gecombineerd met een losse of ingebouwde gasketel. Dus het huis moet aangesloten blijven op aardgas en de bewoner blijft ook de netwerkkosten en het vastrecht betalen van samen zo’n € 275 per jaar. Het idee is dat deze warmtepomp een groot deel van het jaar echt als een efficiënte warmtepomp opereert, en alleen als het heel koud is overgaat op aardgas. Het is geen apparaat dat altijd als warmtepomp opereert en af en toe een beetje gas erbij verbruikt: het apparaat werkt óf als een warmtepomp óf als een gasketel. Zodra de warmtepomp de ruimte niet genoeg opwarmt, gaat de gasketel aan en wordt de warmtepomp niet meer benut. Als het kouder is dan 5 graden, gaat meestal de gasketel aan. Doorgaans levert deze warmtepomp géén warm water voor de douche, dus dat gebeurt met de gasketel op aardgas. De CO₂- en aardgasbesparing zal daarom in de praktijk ca 50% bedragen.

In theorie zou een hybride-combinatie zonder boilervat minimaal 70% van de tijd als warmtepomp moeten opereren als hij goed is ingeregeld en goed wordt ingezet. Maar in de praktijk van gewone huishoudens blijkt dat deze hybride-combinatie vaker als gasketel opereert, en in ieder geval altijd voor warm water. Bij technici die alles heel goed afstellen en er ook daarna veel tijd en aandacht aan blijven besteden, kan de warmtepomp best vaker draaien, maar in de praktijk is dat meestal niet het geval.

Wat de hybride ketel aantrekkelijk maakt is dat je de radiatoren kunt laten hangen en er geen boilervat nodig is. De gasketel van deze hybride-oplossing kan namelijk het warme tapwater voor zijn rekening nemen. Het is ook een relatief goedkope optie: de kosten zijn € 5.000 tot € 7.000. Daarnaast ontlast deze optie het elektriciteitsnetwerk als het koud is, want juist dan gaat dit systeem over op aardgas.

De energierekening blijft echter wel hoger dan noodzakelijk. Als een lucht-water warmtepomp mogelijk is, dan levert dat meer besparing, minder uitstoot en een lagere energierekening op, maar de investering is wel hoger dan die van de hybride-warmtepomp.

5. CO₂-Warmte­pomp

Een CO₂-warmtepomp is ook een lucht-water warmtepomp. Het voordeel ervan is dat deze warmtepomp water van 70 tot 75 graden kan maken en dat de huidige radiatoren in sommige gevallen kunnen blijven hangen en niet hoeven te worden vervangen door ventilatorconvectoren. Let wel: de retourtemperatuur mag maar 30-35 graden zijn, dus de gemiddelde temperatuur in je radiator zal slechts 50-55 graden zijn. De warmtepomp zelf is iets duurder, maar als er geen andere radiatoren nodig zijn, is het op korte termijn (<15 jaar) voordeliger dan een standaard lucht-water warmtepomp met extra lagetemperatuurconvectoren. Dit type warmtepomp is vooral geschikt om warm tapwater te maken.

Deze warmtepomp heet een CO₂-warmtepomp, omdat CO₂ wordt toegepast als koudemiddel. In de huidige warmtepompen zit een koudemiddel dat beter niet vrij kan komen (F-gas), want dat is een sterk broeikasgas. Ook CO₂ kan deze functie als koudemiddel vervullen. Het moet alleen wel onder hoge druk van 120 bar in de warmtepomp zitten. Dat vereist dus een hoogwaardigere techniek. Een CO₂ warmtepomp wordt daarom altijd vanuit de fabriek gevuld met CO₂. Zowel F-gassen als CO₂ wil je graag in de warmtepomp houden en niet per ongeluk laten ontsnappen.

Het nadeel van deze warmtepomp is dat deze maar 4 tot 5 kW kan leveren (een gemiddelde tussenwoning heeft zo’n 7 kW nodig), dus die is alleen geschikt voor appartementen of kleine woningen. Of je moet meerdere buiten-units naast elkaar plaatsen (zie de afbeeldingen).

6. Propaan warmte­pomp

Een propaan warmtepomp is een innovatieve lucht-water warmtepomp die water naar een temperatuur van 65-70 graden kan verwarmen. Omdat de retourtemperatuur 55-60 graden mag zijn, wordt de gemiddelde temperatuur in je radiatoren 60-65 graden en kun je het meestal met je bestaande radiatoren voldoende warm krijgen in de winter. Propaan is een natuurlijk koudemiddel met een GWP van 3, dat wil zeggen dat het broeikaseffect slechts 3 keer zo groot is als dat van CO2, terwijl de huidige koudemiddelen een GWP van 600-3000 hebben! Als de warmtepomp in de winter hogere watertemperaturen moet maken, neemt het rendement (COP) wel af en de elektriciteitskosten dus toe. Dat betekent dat een investering in lage temperatuurconvectoren of vloerverwarming op de lange termijn (>20 jaar) waarschijnlijk voordeliger uitpakt.

7. Infrarood­panelen

Net als de zon verwarmen infrarood­­panelen de objecten waarop ze ‘schijnen’ en niet de lucht. Die wordt alleen indirect verwarmd via de objecten. Het is dus een lokale warmtebron.

Infrarood­panelen werken sowieso (ook in de grotere woningen) heel goed als bijverwarming in slaap- en studeerkamers, waardoor je een warmtepomp bijvoorbeeld vooral voor de leefruimten kunt gebruiken en de warmtepomp minder groot hoeft te zijn.

In appartementen blijken infrarood­panelen ook heel goed te werken als hoofd­verwarming. Als appartementen en etage­woningen van het gas af gaan, is een warmtepomp doorgaans niet nodig. Met 1 of 2 infrarood­panelen per ruimte en een elektrische boiler voor warm water, plus koken op inductie, is een appartement voor rond de € 8.000 tot € 10.000 van het gas af te halen. Infrarood­panelen kunnen in kleine appartementen en flats een goed betaalbare oplossing zijn om van het gas af te gaan.

De praktijk levert verrassend goede resultaten op als het gaat om appartementen die van het gas afgehaald zijn en op 100 % infrarood­panelen zijn overgezet: uit een onderzoek onder een beperkt aantal woningen met IR-panelen blijkt een SPF van 2 realistisch. Met de IR-panelen is de helft minder energie nodig vergeleken met de eerdere situatie op gas. Dat komt doordat mensen de panelen niet aan laten staan als ze er niet zijn of ze niet aanzetten in ruimtes waar ze niet verblijven (of soms op een heel laag pitje). Voor eengezins­woningen waarin minder dan 700 tot 800 m³ aardgas per jaar wordt verbruikt, lijken infrarood­panelen ook een oplossing te zijn, mits er goed dubbel glas is.

Elektrisch verwarmen

1. Elektrische vloerverwarming

In de meeste gevallen is elektrische vloerverwarming niet aan te raden, omdat het enorme hoeveelheden energie verbruikt. Elektrisch verwarmen levert namelijk doorgaans hoge ‘stookkosten’ op in het elektriciteitsverbruik. Alleen voor mensen met een zeer laag gasverbruik (minder dan 400 kubieke meter gas per jaar) die hun maandelijkse lasten gelijk willen houden, kan het een interessante optie zijn. De hogere kosten van het elektriciteitsverbruik worden namelijk gecompenseerd door het wegvallen van de netwerk- en vastrechtkosten voor gas. Elektrische vloerverwarming aanleggen is in andere omstandigheden voornamelijk geschikt voor wat kleinere ruimtes die niet permanent verwarmd hoeven te worden, zoals bijvoorbeeld de badkamer. Nadeel hiervan is dat elektrische vloerverwarming zeer traag is, zeker in vergelijking met infraroodpanelen.

2. Elektrische CV-Ketel

De elektrische cv-ketel oftewel elektrische verwarmingsketel is in feite een ‘gewone’ combiketel, maar dan op elektriciteit. Hij werkt net als de gewone cv-ketel ook met water in radiatoren, maar verbruikt géén aardgas. In plaats van een brander en een warmtewisselaar zorgt een elektrisch verwarmingselement ervoor dat het water warm wordt.

Net als met de elektrische vloerverwarming geldt dat wanneer je de elektrische cv-ketel vergelijkt met een hr-ketel op aardgas, dat verwarmen met elektriciteit op dit moment zeker niet goedkoper is. Integendeel. Voor verwarming en warm water in een gemiddelde eengezinswoning komen de energiekosten met een elektrische cv-ketel veel hoger uit dan met een hr-ketel op aardgas.

Een elektrische cv-ketel is maar in een zeer beperkt aantal gevallen een aan te bevelen oplossing, bv. in een appartement of bijgebouw met een superlaag gasverbruik en/of dat slechts incidenteel wordt gebruikt, en waar dus de investering in bv. infraroodpanelen niet opweegt tegen de goedkopere verbruikskosten daarvan.

3. Inductie CV-Ketel

Een CV met inductie (kortweg CVi) verwarmt het water voor je centrale verwarming met behulp van inductie. CVi werkt niet sneller dan een gewone elektrische CV-ketel en is ook niet zuiniger: een rendement van maximaal 1. Daarmee jaagt een inductie CV-ketel de bewoner op enorme stroomkosten (tot wel 2,5x zo duur als stoken op gas) en veroorzaakt hij zeer ongewenste stroompieken in het net. Dit apparaat lijkt vooral geschikt voor mensen die heel incidenteel iets willen verwarmen. We raden dit niet aan als je een zuinige oplossing zoekt die ook nog prettig is voor het energiesysteem als geheel.

4. Elektrische radiatioren

Ook voor elektrische radiatoren en elektrische convectoren geldt, net als bij de andere vormen van elektrische verwarming, dat het in gebruik vrij duur is. In de meeste gevallen is dit niet aan te bevelen als hoofdverwarming. Een elektrische verwarming in de woonkamer raden we af. Soms kan het een oplossing zijn voor ruimtes waarin er geen aansluiting voor centrale verwarming aanwezig is. Denk aan een elektrische handdoek radiator of gewone elektrische radiator in de badkamer. Dit kan echter ook met infraroodpanelen opgelost worden.

2.2 warm water zonder gas

Voor het verwarmen van water maak je gebruik van een boiler. In Nederland verstaan wij onder een ‘boiler’ een toestel dat een reservoir met water opwarmt. De inhoud van dit reservoir kan variëren van een halve liter tot vele duizenden liters. Je hebt boilers in verschillende soorten en maten en het hangt af van je type woning en de andere duurzame oplossingen die je kiest welke boiler het meest geschikt is voor jou. Bovendien maken we onderscheid tussen boilers die bij een lucht-water- of water-water warmtepomp horen en zogenaamde stand alone boilers. We bespreken hieronder de volgende situaties:

  1. Twee in één: warmtepompen die ook warm douchewater maken
  2. Apart warm water maken voor douchen
  3. Apart warm water maken voor in de keuken
  4. Extra warm water, vooral in de zomer

Twee in één: warmtepompen die ook warm douchewater maken

Boilervat, gekoppeld aan warmtepomp

Lucht-water en water-water warmtepompen maken ook warm water voor het douchen. Dat wordt opgeslagen in een boilervat. De warmtepomp warmt het water op tot ongeveer 50-55 graden. Het vat bevat een elektrisch element dat kan dienen als booster of als back-up als de warmtepomp het water op enig moment niet voldoende kan opwarmen, of voor regelmatig extra opwarming tegen legionella.

Apart warm water maken voor douchen

Electrische boiler

Een elektrische boiler maakt water warm met elektriciteit. Je hebt ze o.a. van 80, 100 of 120 liter. Je kunt de elektrische boiler inschakelen op twee fasen (230 V) of 3 fasen (400 V). De keuze is afhankelijk van hoeveel water je achter elkaar gebruikt. Met een 3 fasen-oplossing warmt het water sneller weer op, dus dat is handig als je veel warm water gebruikt.

Warmtepompboiler

Een warmtepompboiler werkt ook op elektriciteit, maar haalt ook warmte uit de lucht. Het is daardoor een efficiënter apparaat (COP is ongeveer 2,5), maar wel duurder in aanschaf dan een klassieke elektrische boiler. Of je de meerinvestering van de warmtepompboiler terug gaat verdienen hangt volledig af van de elektriciteitsprijs (en die is lastig te voorspellen) en de hoeveelheid warm tapwater die je gaat gebruiken. Bij een éénpersoonshuishouden die 2-3 keer in de week kort doucht zal de elektrische boiler waarschijnlijk goedkoper uitvallen. In andere gevallen loont op de langere termijn de warmtepompboiler. Zie ook dit artikel op warmtepomp-tips.nl.

Instant heater

Een instant heater kan ook warm douchewater maken. Het heeft geen boilervat, maar maakt het water ter plekke warm (geen energieverlies). Het vraagt wel veel stroom op het moment dat koud water snel verwarmd moet worden.  Als je weinig en kort doucht (en geen ligbad hebt dat je graag gebruikt), dan verbruikt een instant heater veel minder elektra dan andere typen boilers, maar hij heeft wel een beperkt vermogen. Hij kan zo’n 5,5 liter per minuut aan douchewater verwarmen. Het is dus niet geschikt voor regendouches, die veel water per minuut gebruiken. Mensen met een douche die rond die 5,5 liter per minuut levert, kunnen goed uit de voeten met een instant heater. Momenteel duurt het echter vrij lang voordat de elektriciteitsaansluiting verzwaard kan worden en voor een instant heater is echt 3x25A nodig, dus er kan ook in dat laatste geval alsnog voor een elektrische boiler gekozen worden.

Apart water maken voor in de keuken

Close-in boiler

Een close-in boiler is een kleine elektrische warm water boiler (5 tot 10 liter inhoud) voor warm water in de keuken. De boiler is meestal vlak bij de kraan ingebouwd, bijv. onder het aanrecht. Door de korte afstand heb je snel warm water. Een nadeel van een close-in boiler is het hoge stroomverbruik (zo’n 400 kWh per jaar, bij gemiddeld gebruik van warm water in de keuken). Dat komt doordat ze veel stroom verliezen als ze niet gebruikt worden, want het water in die boiler wordt steeds op temperatuur gehouden (stilstandsverlies). Goed isoleren van de boiler en de leidingen maakt al veel uit.

Kokendwaterkraan

Dit is een apparaat voor kokend water in de keuken, dan hoef je geen theewater meer te zetten.

Extra warm water, vooral in de zomer

Zonneboiler

Er bestaan twee manieren om zon van je dak te oogsten. De ene is met zonnepanelen, ook wel zon-PV (fotovoltaïsch paneel), waarmee je elektriciteit van je dak haalt. De tweede is met een zonneboiler.

Hoe werkt een zonneboiler?

Met zonnecollectoren haal je warmte van je dak, die je opslaat in een boiler.

Meestal is er in de winter niet genoeg zon om voldoende warm water te maken voor je douche en dergelijke, dus in Nederland gebruik je de zonneboiler vaak als een zonneboiler combi, dus naast een ander systeem zoals een warmtepomp of cv-ketel. Als je in de zomer voldoende warmte van je dak haalt, hoeft de cv-ketel of de warmtepomp maandenlang niet aan.

2.3 koken

Als je stopt met het gebruik van gas, dan wordt het kooktoestel ook elektrisch. Er zijn twee zuinige opties: inductie of keramisch koken. Koken op inductie is de meest efficiënte keuze.

Inductie

Een inductiekookplaat werkt met een magnetisch veld dat rechtstreeks je pan verwarmt en niet je kookplaat. Dat gebeurt heel snel en als je de pan van de plaat haalt, is de plaat direct weer koud. Inductiekookplaten zijn te koop van € 200 tot € 2.400, afhankelijk van de grootte (het aantal kookzones), de functies, het merk enzovoort. Gemiddeld kost een kookplaat zo’n € 600.

De voordelen van koken op inductie op een rijtje:
  • Er is geen open vuur. Daardoor blijft het binnenklimaat schoner. Ook voorkom je een vlam in de pan;
  • Een inductiekookplaat is eenvoudig te bedienen;
  • Inductie is extra veilig: de plaat is snel afgekoeld, beveiligd tegen oververhitting en bevat meestal een kinderslot;
  • De plaat is eenvoudig schoon te houden;
  • Je hebt veel controle over de temperatuur in je pannen, veel meer dan bij koken op gas. Je kunt het eten zo snel opwarmen als je wilt;
  • Er gaat zeer weinig energie verloren tijdens het koken, wat zorgt voor een laag energieverbruik (zo’n 200 kWh per jaar).

 

Voor inductie heb je geschikte pannen nodig. Dat betekent echter niet dat als je overstapt van gas naar inductie dat je al je pannen moet vervangen. Je kunt er op een hele makkelijke manier achter komen of je huidige pannen geschikt zijn voor inductie koken. Je test dit door een magneet tegen de bodem van je pannen te houden. Als de magneet kleeft, is je pan geschikt voor inductie-koken. Zie ook de informatie van Milieu Centraal hierover.

Keramisch

Een keramische kookplaat is een glasplaat met daaronder meerdere verwarmingselementen. Deze gloeien rood op tijdens het verwarmen. Het duurt een à twee minuten voordat deze op temperatuur zijn. Het duurt ook lang voordat ze weer afgekoeld zijn.

De voordelen van keramisch koken op een rijtje:
  • Er is geen open vuur. Daardoor blijft het binnenklimaat schoner. Ook voorkom je de vlam in de pan;
  • Een keramische kookplaat is eenvoudig te bedienen;
  • De plaat is eenvoudig schoon te houden;
  • De keramische plaat is goedkoper in aanschaf (gemiddeld zo’n € 300).
De nadelen van keramisch koken t.o.v. inductie:
  • Een keramische plaat reageert een stuk trager;
  • De kookzones worden heet, terwijl een inductieplaat meteen koud is zodra je de pan ervan afhaalt;
  • Je pannen moeten een perfect gladde bodem hebben;
  • Een hoger energieverbruik (zo’n 250 kWh per jaar).

Elektrische oven

Gasovens en elektrische ovens gebruiken ongeveer evenveel energie. Een elektrische oven is doorgaans zuiniger dan een gasoven, maar bij het opwekken van elektriciteit gaat nu nog veel energie verloren in kolen- of gascentrales. In de toekomst gaan we over op 100% duurzame energie en dus 100% groene stroom, wat een elektrische oven de duurzaamste keuze maakt. Bovendien wil je van aardgas af en ook van de vaste lasten van aardgas. Daarbij is de gemiddelde gasoven ongeveer anderhalf keer duurder dan een vergelijkbare elektrische.

2.4 verzwaren meterkast

Als je huis van het gas afgaat, ga je meer elektriciteit gebruiken. Dat betekent meestal dat je een zwaardere aansluiting nodig hebt. Een aansluiting bestaat uit de kabels die de meter in de meterkast verbindt met het elektriciteitsnet. De grootte van de aansluiting bepaalt hoeveel stroom door de aansluiting kan. Particulieren hebben doorgaans een 1-fase-aansluiting of een 3-fasenaansluiting. De meeste (oudere) huizen zijn aangesloten op een 1-fase-aansluiting (1 keer 10, 35 of 40 Ampère), wat prima is voor normaal elektraverbruik.

Verzwaren van je aansluiting

Als je van het gas afgaat, moet je verzwaren naar een 3-fasenaansluiting (3 keer 25 Ampère). Daarmee kun je ongeveer zo’n 17 kW aan vermogen tegelijkertijd gebruiken. Een warmtepomp gebruikt hiervan zo’n 2,5-3 kW. De installateur die jouw meterkast verzwaart, zal goed moeten kijken hoe de meterkast zodanig wordt ingericht dat de grote verbruikers goed verdeeld worden over de fasen. Er zijn ook voorzieningen die zorgen dat niet alle grootverbruikers tegelijk aan kunnen (zoals de auto opladen plus 5 kookpitten vol aan). Een kundig installateur is noodzakelijk. Met een 3-fasenaansluiting val je nog steeds in hetzelfde tarief als een enkelfase-aansluiting. Je hoeft dus doorgaans niet naar 3 x 35 Ampère, waarmee je in een hoger elektriciteitstarief valt (zo’n € 700 - 900 per jaar extra).