Veelgestelde vragen
Zo’n 30% van alle broeikasgassen in Nederland wordt uitgestoten in de gebouwde omgeving. Dit gebeurt dus door huishoudens en bedrijven. Het is daarmee een belangrijke sector om energie te besparen en meer duurzame energie te gebruiken.
Energieneutraal betekent dat je alle energie die je nodig hebt zelf duurzaam opwekt. Waarschijnlijk gaan veel huizen van aardgas over op een combinatie van warmtepompen (in allerlei soorten en maten) en infraroodpanelen, koken op inductie en 20 tot 22 zonnepanelen. Mensen met een eigen dak en een energierekening boven de € 150 per maand kunnen veelal zonder hogere maandelijkse lasten de overstap maken. Naast overgaan naar all-electric oplossingen en zo veel mogelijk duurzame energie opwekken op het eigen oppervlak blijft het natuurlijk raadzaam om ook zo veel mogelijk energie te besparen, waarvoor je hier een waslijst aan tips vindt.
Voor het verduurzamen (en zeker voor het energieneutraal maken) van een woning is het van belang dat de basisisolatie op orde is. Voor warmtepompen en infraroodpanelen is in ieder geval goed dubbel glas noodzakelijk. Dat betekent dat het dubbel glas overal intact is, zonder barsten, kieren of gaten. Het hoeft geen ‘triple glas’ te zijn. Het is fijn en comfortabel om ook de spouwmuur en de vloer op de begane grond isoleren, als er bijvoorbeeld een kruipruimte is. Voor €2.000 tot €2.500 heb je dat gedaan en dat betaalt zich altijd uit in comfort en een lagere energierekening. Het is dus wenselijk om dat te doen, maar niet altijd noodzakelijk.
Ook zonder vloerverwarming kun je prima van het gas af. Wel is het waarschijnlijk nodig om (een deel van) je radiatoren te vervangen. Alle water-water en lucht-water warmtepompen produceren lage temperatuur warmte (LT) voor de verwarming van het huis. Als je die lagere temperatuur door je gangbare radiatoren laat lopen, krijg je je huis meestal niet warm genoeg. Om te testen of jouw radiatoren met een lage (aanvoer)temperatuur jouw woning warm genoeg kunnen verwarmen, kun je de aanvoertemperatuur van je CV-ketel op 50 graden zetten (instructiefilmpjes op zetmop60.nl) en kijken of jouw huis bij vorst ook warm genoeg wordt. Zo niet, dan is het zaak (een aantal) oude radiatoren te vervangen door nieuwe speciale radiatoren (lagetemperatuur ventilatorconvectoren genoemd). Ventilatorconvectoren verspreiden de lagere temperaturen beter door de ruimte, die daardoor toch lekker warm wordt.
Of je enkel, dubbel, HR++ glas of triple glas hebt, staat in een aankoopbrochure, een bouwkundig rapport of de facturen van verbouwingen. Ook kun je het zelf checken, door het glas van je ramen te bekijken:
- Zie je één glasplaat? Dan heb je enkel glas.
- Zie je twee glasplaten met een aluminium strip ertussen? Dan heb je gewoon dubbel glas of HR++ glas. Het verschil hiertussen is lastig te zien. Soms staan er duidelijk leesbaar de letters HR++ in de aluminium strip. Geen letters te zien? Doe dan de check met een brandende aansteker of lucifer. Hou deze voor het glas en kijk schuin op het glas. Bij dubbel glas zie je vier vlammetjes van dezelfde kleur in het glas gespiegeld. Als de tweede of derde vlam een andere kleur heeft, dan heb je HR++ glas .
- Drievoudig (triple) glas herken je aan dat je 3 glasplaten met daartussen ruimte ziet.
Infraroodstraling verwarmt niet de lucht in een ruimte, maar de objecten waarmee de straling in contact komt. Dit principe is ook bekend als directe verwarming zoals we die kennen van de zon. Wanneer een object een hogere temperatuur heeft dan de omgeving, zal de warmte worden verspreid naar de andere objecten die in de buurt staan. Dit is zogenaamde indirecte warmte. In plaats van convectieverwarming, waarbij alle lucht in een ruimte verwarmd wordt en (stof) circulatie veroorzaakt wordt, verwarmen infraroodpanelen direct de muren, vloeren en meubels. En ook jijzelf wordt ter plekke verwarmd!
COP staat voor coefficient of performance. We gebruiken COP om aan te duiden hoeveel energie-eenheden een apparaat kan leveren met een input van energie-eenheid. Warmtepompen zijn bijvoorbeeld enorm efficiënte apparaten: met 1 energie-eenheid IN kunnen ze wel 2 tot 4 energie-eenheden UIT leveren. Hoe hoger de COP, hoe efficiënter. Bij een cv-ketel spreken we meestal niet over een COP, maar als je het vergelijkt met een warmtepomp, dan heeft een cv-ketel een COP van 0,9, want 1 eenheid energie IN geeft 0,9 eenheid energie UIT.
De SPF (Seasonal Performance Factor) houdt rekening met alle energie die nodig is om een systeem te laten functioneren, zoals een extra pomp, kleppen en regelingen. De SPF is een gemiddelde over een heel jaar. De COP is een waarde die hoger is en per temperatuurgebied varieert, de SPF is de waarde die je vaak in de praktijk ziet.
Als je huis van het gas afgaat, ga je meer elektriciteit gebruiken. Dat betekent meestal dat je een zwaardere aansluiting nodig hebt. De grootte van de aansluiting bepaalt hoeveel stroom door de aansluiting kan. De meeste (oudere) huizen zijn aangesloten op een 1-fase-aansluiting (1 x 25, 35 of 40 A(mpère), met een zekering van resp. 16, 20 en 25A). Je hebt dan (1 x 230V x 16A / 1000 =) 3,5 kW vermogen beschikbaar, wat prima is voor normaal elektraverbruik. Als je van het gas afgaat, moet je echter verzwaren naar een 3-fasenaansluiting (3 x 25A). Hierbij val je nog steeds in hetzelfde tarief als een enkelfase-aansluiting. Bij 3-fasenaansluiting kun je ongeveer (3 x 230V x 16A / 1000 =) 11 kW aan vermogen tegelijkertijd gebruiken, waarvan een warmtepomp zo’n 1-3 kW gebruikt en een inductie kookplaat 2-7 kW. De installateur die uw meterkast verzwaard zal goed moeten kijken hoe de meterkast zodanig wordt ingericht dat de grote verbruikers goed verdeeld worden over de fasen.
Een combiketel is één apparaat dat zorgt voor verwarming én warm water. In de meeste huizen staat een combiketel. Maar een cv-ketel of gaskachels voor alleen verwarming plus een apart toestel voor warm water (geiser) komt nog voor.
All-electric houdt in dat je geen gas meer verbruikt, alleen elektriciteit. Als je alle elektriciteit die je daarvoor nodig hebt ook nog eens zelf opwekt, dan ben je energieneutraal.
Een hybride warmtepomp is lucht-water warmtepomp met een klein vermogen die samen werkt met je cv-ketel. In de buurt van je ketel hangt een binnenunit (kleiner dan een cv-ketel). Buiten staat een apparaat (buitenunit) dat lijkt op een airco. Er zijn inmiddels ook kleine (hybride) warmtepompen die geen buitenunit hebben maar ventilatielucht en/of buitenlucht via dikke luchtkanalen gebruiken. Als het buiten warmer is dan 5°C dan verwarmt de warmtepomp je woning en als het kouder wordt dan doet de CV-ketel dat. Het warme tapwater wordt altijd door de CV-ketel opgewarmd. Het voordeel van een hybride opstelling is dat je je radiatoren niet hoeft te vervangen. Het nadeel is dat je maar 50% gas bespaart en dus nog circa 15 jaar aan het gas vastzit.
Hier is geen standaardantwoord op. Het hangt namelijk heel erg van je woning, gezinssamenstelling en verbruik. Kijk bij stap 2: elektrificeren voor een uitgebreide uitleg over de verschillende typen warmtepompen.
Alle vormen van water-water warmtepompen en de lucht-water warmtepompen gebruiken lage temperatuur warmte (LT) voor de verwarming van het huis. Als je die lagere temperatuur door je gangbare radiatoren laat lopen, krijg je je huis meestal niet warm genoeg. Dat kun je oplossen op twee manieren. Je kunt (een aantal) oude radiatoren door nieuwe speciale radiatoren (convectoren genoemd) vervangen. Convectoren verspreiden de lagere temperaturen beter door de ruimte, die daardoor toch lekker warm wordt. Of je kunt kiezen voor vloerverwarming (maar dit is dus niet noodzakelijk!).
Nee. Een lucht-lucht warmtepomp zorg alleen voor de verwarming en niet voor warm water. Er moet dus nog een aparte instant heater of elektrische boiler bij (zie oplossingen voor het warmen van je water). Dit type warmtepomp is dan ook het meest geschikt voor studio’s en flats met weinig verschillende ruimten of om alleen een zolderkamer te koelen en eventueel te verwarmen.
De salderingsregeling houdt in dat van een kleinverbruiker (een huishouden) met zonnepanelen zijn, vooral in de zomer, aan het elektriciteitsnet geleverde kWh’s verrekend worden met de op andere momenten afgenomen kWh’s. Je mag dus als het ware ‘wegstrepen’. Deze regeling is tot eind 2024 nog 100% van kracht, daarna wordt deze langzaam afgebouwd.
Een zonneboiler is het meest efficiënte apparaat om warm tapwater te maken. Een zonneboiler aangesloten op zonnecollectoren is een mooie aanvulling als er genoeg ruimte op het dak is, waardoor ’s zomers de warmtepomp minder nodig is. Als je moet schipperen met de ruimte op het dak, is het bij een all-electric huis qua prijs lonender om zonnepanelen te plaatsen die elektriciteit maken (zon-PV) – die de energie leveren voor de efficiënte warmtepomp – dan om zonnecollectoren te plaatsen.
Het energielabel van je huis kun je vinden op energielabel.nl.
Op de website van ClimateDeal worden allerlei verschillende duurzame isolatiematerialen met elkaar vergeleken. Op o.a. deze en deze website kun je duurzame materialen aanschaffen.
Als appartementen en etagewoningen van het gas af gaan, is een warmtepomp doorgaans niet nodig. Met 1 of 2 infraroodpanelen per ruimte en een elektrische boiler voor warm water, plus koken op inductie, is een appartement voor rond de € 8.000 tot € 10.000 van het gas af te halen met hetzelfde comfort of zelfs meer.
Een gemiddelde rijtjeswoning of kleine twee-onder-een-kap woning met goed dubbel glas (al dan niet huur) is betaalbaar energieneutraal te maken. Gemiddeld kost dit netto zo’n € 30.000. Dat is veel geld. Het is echter ook wat veel mensen normaal gesproken de komende 10-15 jaar uitgeven aan energie. Dus als je dat bedrag naar voren haalt (een deel subsidie, een deel lening, misschien een deel spaargeld), dan kun je deze investering doen. En als je het grootste deel zou lenen, kun je dat in 10-15 jaar terugbetalen voor hetzelfde maandbedrag als je kwijt zou zijn aan energie. Na die 10-15 jaar gaan je maandlasten flink omlaag.
Een warmtenet is een voorbeeld van een collectieve oplossing. Dat zijn doorgaans oplossingen voor 10 tot 10.000 woningen tegelijkertijd. Waternetten kunnen gebruik maken van water van lage tot heel hoge temperaturen en ze zijn er in vele soorten en maten. Er zijn kleine warmtenetjes die gebruik maken van restwarmte of van een lokale energiebron, zoals uit stromend water uit de buurt. Grote warmtenetten met een grotere eigen energiebron draaien op aardgas, of tegenwoordig ook vaker op biomassa of industriële restwarmte.
Een warmtenet is alleen helemaal duurzaam als de gebruikte energiebron duurzaam is. Voor een groter warmtenet kun je bij duurzame bronnen denken aan diepe of ultradiepe geothermie, of restwarmte uit bedrijven die behoren tot de economie van de toekomst.
Voor kleinere warmtenetten kun je denken aan allerlei vormen van water als duurzame bron, zoals:
- water uit een stromende sloot, rivier of kanaal dat diep genoeg is, ook wel TEO (thermische energie uit oppervlaktewater);
- water uit het riool, ook wel riothermie of TEA (thermische energie uit afvalwater);
- water uit een gesloten of open (WKO) bodembron;
- water uit collectieve dry-coolers.
Als je stopt met het gebruik van gas, dan wordt het kooktoestel ook elektrisch. Er zijn twee zuinige opties: inductie of keramisch koken. Koken op inductie is hierbij de meest efficiënte keuze. Een keramische plaat reageert een stuk trager en de kookzones worden heet, terwijl een inductieplaat meteen koud is zodra je de pan ervan afhaalt. Bovendien moeten je pannen een perfect gladde bodem hebben en heeft de plaats een hoger energieverbruik (zo’n 225 kWh per jaar).
Toggle InhoudaGasovens en elektrische ovens gebruiken ongeveer evenveel energie. Een elektrische oven is doorgaans zuiniger dan een gasoven, maar bij het opwekken van elektriciteit gaat nu nog veel energie verloren in kolen- of gascentrales. In de toekomst gaan we over op 100% duurzame energie en dus 100% groene stroom, wat een elektrische oven de duurzaamste keuze maakt. Bovendien wil je van aardgas af en ook van de vaste lasten van aardgas. Daarbij is de gemiddelde gasoven ongeveer anderhalf keer duurder dan een vergelijkbare elektrische.
Ja, die zijn er zeker. Er zijn verschillende banken die een groene/duurzame lening aanbieden. Daarnaast bestaan er subsidies op verschillende niveaus (rijk, provincie en gemeente) die je kunt aanvragen als je bijvoorbeeld een warmtepomp wilt aanschaffen. Een uitgebreid overzicht vind je op deze pagina.
De allergroenste energieleveranciers leveren bijna alleen maar stroom die is opgewekt met windmolens en zonnepanelen. Ze doen meer dan vergroenen door certificaten: ze investeren in groene productie in Nederland. Of ze sluiten langjarige inkoopcontracten af met groene producenten. Ze werken actief mee aan de overgang naar een schone energievoorziening. Bekijk de vergelijking van de Consumentenbond.
Dit is een vraag waar niet een duidelijk antwoord op bestaat. Zonnepaneelbedrijven worden geclassificeerd in zogenaamde Tier 1/Tier 2/Tier 3. Hierbij wordt naar verschillende factoren gekeken (helaas is duurzaamheid/milieubelasting daar niet in opgenomen). Het wordt in dit artikel goed uitgelegd. Over het algemeen kun je ervan uitgaan dat bedrijven in Tier 1, die dus groots investeren in R&D (research & development oftewel onderzoek en ontwikkeling), ook het duurzaamst zullen zijn. De volgende panelen zijn Tier 1 (meer dan 5 jaar op de markt, hebben een serieuze R&D afdeling en een goede service): Bisol, Trina Solar, SunPower, IBC, Luxor, Kyocera, First Solar, LG, JA Solar, Solarwatt, ET Solar, REC, BenQ, Panasonic, Axitec, Bauer, Hanwa Q Cells, Canadian Solar, Yingli en Risen Energy. Op dit moment is Energyra de enige Nederlandse leverancier. Zij leveren ook een goed product, maar ze bestaan nog maar kort en zijn daarom nog geen Tier 1.
Wanneer je een laag gasverbruik hebt (laag gasverbruik geeft aan dat de woning goed geïsoleerd is, en ook niet heel groot), dan zijn infraroodpanelen als hoofdverwarming het overwegen waard. Als vuistregel kun je aanhouden dat met een laag gasverbruik bedoeld wordt: maximaal 800 m³ gasverbruik per jaar.