Mythes ontkracht

Mythe #1: Vloerver­warming is nood­zakelijk

"Als ik van het gas wil, moet ik toch vloerverwarming?"​

Ook zonder vloer­verwarming kun je prima van het gas af! Wel is het waarschijnlijk nodig om (een deel van) je radiatoren te vervangen. Alle water-water en lucht-water warmtepompen produceren lage temperatuur warmte (LT) voor de verwarming van het huis. Als je die lagere temperatuur door je gangbare radiatoren laat lopen, krijg je je huis meestal niet warm genoeg. Het is dus zaak (een aantal) oude radiatoren te vervangen door nieuwe speciale radiatoren (lagetemperatuur­convectoren genoemd). Ventilatorconvectoren verspreiden de lagere temperaturen beter door de ruimte, die daardoor toch lekker warm wordt.

Mythe #2: Je moet drastisch isoleren

“Als je een warmtepomp wilt, moet er dan niet een soort theemuts om je hele huis heen?”

Als je je basisisolatie op orde hebt, kun je prima van het gas af!

Voor warmtepompen en infrarood­panelen is goed dubbel glas in ieder geval noodzakelijk. Je dubbel glas moet overal intact zijn: zonder barsten, kieren of gaten. Het hoeft geen ‘triple glas’ te zijn.

Het is fijn en comfortabel om ook de spouwmuur en de vloer op de begane grond te isoleren, als er bijvoorbeeld een kruipruimte is. Voor € 2.000 tot € 2.500 heb je dat gedaan en dat betaalt zich altijd uit in comfort en een lagere energierekening.

Het is dus wenselijk en een goed idee om meer isolatiemaatregelen te nemen, maar niet altijd noodzakelijk.

Mythe #3: Een warmte­pomp maakt altijd heel veel lawaai

"Een warmtepomp maakt toch heel veel lawaai?"​

Warmtepompen zijn er in alle soorten en maten. Ook de mate waarin ze geluid maken verschilt sterk.

De meest gangbare warmtepomp, de lucht/water-warmtepomp, heeft een buitenunit die lucht aanzuigt en daarbij een laag ‘zoemend’ geluid maakt. Het is goed om te weten dat warmtepompen vooral nodig zijn in de winter als er niemand buiten zit, en veel minder in de zomer, als ze alleen maar warm water hoeven te maken en dan doorgaans niet gebruikt worden voor de verwarming.

Je kunt ook instellen dat warmtepompen ’s nachts stiller draaien dan overdag. Er zijn ook stillere versies van warmtepompen op de markt. Die hebben vaak grotere afmetingen en zijn ook wat duurder.

Mythe #4: Een hybride warmte­pomp is een goede tijdelijke oplossing

“De hybride warmtepomp is toch een goede tijdelijke oplossing?”

Een gewone warmtepomp is voor de meesten een betere oplossing.

In de praktijk valt de besparing van een hybride warmtepomp tegen.

In theorie zou een hybride-combinatie zonder boilervat minimaal 70% van de tijd als warmtepomp moeten opereren als hij goed is ingeregeld en goed wordt ingezet.Maar in de praktijk van gewone huishoudens blijkt dat deze hybride-combinatie regelmatig als gasketel opereert, en voor het maken van warm water verbruikt het apparaat altijd gas. De CO₂- en aardgasbesparing zal daarom in de praktijk ca 50% bedragen.

Als een volledige, niet-hybride warmtepomp mogelijk is, dan levert dat meer besparing, minder uitstoot én een lagere energierekening op.

Mythe #5: Gasvrij wonen betekent inleveren op comfort

“Als ik gasvrij wil wonen, moet ik inleveren op comfort, toch?”

Met koken op inductie en een warmtepomp kan een woning van het gas af.

Een warmtepomp levert een grote energiebesparing op mét behoud van comfort.

Je huis wordt gewoon nog behaaglijk warm en je komt niet zonder warm water te zitten. Bovendien kun je naast de warmtepomp ook nog bijverwarming plaatsen in de vorm van infraroodpanelen. Infraroodverwarming is een hele snelle, prettige manier van verwarmen en levert een behaaglijke warmte, vergelijkbaar met de zonne-warmte.

Koken op inductie brengt bovendien veel voordelen met zich mee: het is snel, schoon en veel veiliger dan koken op gas.